Traditiegetrouw heeft voetbalcommentator Frank Snoeks ook het voorwoord geschreven voor het zesde deel uit de Voetbalgodenserie.
Hè, hè, was me dat wachten. Op de nieuwe Stijn en Storm. Maar eindelijk, het boek is er en je hebt het al gevonden ook, merk ik.
Het is het wachten waard geweest, dat kan ik al wel verklappen.
Bij mij werkt het als ik een boek van Gerard van Gemert heb dichtgeslagen nou eenmaal altijd zo, dat ik het liefst de volgende dag al zijn nieuwe meesterwerk wil kunnen openslaan. Is misschien wat te veel gevraagd, dat geef ik toe. Maar jongens toch, wat kan ik dan op zijn tijd kwaad worden als ik uit betrouwbare bron verneem dat onze gevierde schrijver gesignaleerd is, ergens op zijn fiets genietend van het zomerweer en likkend aan een ijsje – stáán laten die fiets, Van Gemert, denk ik dan, voor ijsjes eten heb jij helemaal geen tijd, schrijven moet je en vlug een beetje, want wij snakken naar een levensteken van Stijn en Storm.
Nou, hier is het dan.
Stijn en Storm zijn helemaal in de ban van het wereldkampioenschap voetbal dat van de zomer wordt gehouden in Zuid-Afrika. Ze hopen uiteraard dat ons nationale elftal een goed figuur slaat en enig optimisme is ook wel gerechtvaardigd. Wij hebben namelijk wat geen ander land heeft. Bert Pringel! ’s Werelds allerbeste voetballer én sinds deel één van De Voetbalgoden al meer dan dik bevriend met onze twee jonge helden.
Het belooft al met al een geweldige voetbalzomer te worden, met elke avond topwedstrijden op televisie en laat naar bed. Maar romanfiguren zijn net mensen en dus niet gauw tevreden, het allerliefst zouden Stijn en Storm de nationale ploeg nareizen naar Zuid-Afrika om daar de wedstrijden in de stadions bij te wonen. Ja, ja, wie wil dit niet en belangrijker nog, hoe krijg je dit gedaan?
Ja, jongens en meisjes, dat moet ik hem nageven. Laat dit nou maar aan mijnheer Van Gemert over.
Die schrijft het in De Zwarte Panter zo op, dat je het allemaal nog vanzelfsprekend vindt ook.
Frank Snoeks is voetbalcommentator van Studio Sport